Een tijd geleden heb ik een
bouwset van een RET 600 van een goede vriend overgenomen. Zo recht uit de doos
zag het er erg veeleisend uit en daardoor heb ik de bouw een tijdje uitgesteld.
Zo'n 2 maanden terug heb ik mij volledig op het bouwen gestort waarvan ik hier
het voorlopige eindresultaat wil laten zien.
De bouwset
De set is afkomstig van
SKIPtram.
Hier maakt men op basis van de bekende Weense souvenirmodellen Rotterdamse
uitvoeringen van de Düwag/Werkspoor 250/350 en 600 serie. De Weense modellen
krijgen hiervoor een nieuwe raam en deurindeling en typische details wat de
Rotterdammers zo kenmerkend maken. Waarschijnlijk is vanuit kosten of
productieoverweging afgezien van een 100% gelijkend model en daar lag voor mij
de grote uitdaging. Doordat het model gefabriceerd is uit giethars, is het
aanpassen relatief gemakkelijk.
Na het raadplegen van de nodige
tramliteratuur en de vele fotopagina's die het internet rijk is, heb ik een
goede indruk gekregen van wat er allemaal nog aan het model veranderd moest
worden. Naast deze toevoegingen moesten ook enkele productiefouten uit het model
worden gehaald die kennelijk bij het gieten en het maken van de mal zijn
misgegaan. Voorbeelden hiervan zijn de scheve lijnfilmkasten, gebroken
raamstijlen en enkele luchtbellen die de kap rijk was.
De voorkant
Wat opvallend is
vergeleken met de Duitse Düwag trams zijn de stootbuffers. Bij de Rotterdamse 600 serie is gekozen voor een grote oversizede
stootbuffer die het model een karakastiek aanzicht geven. In model is deze
buffer goed vertaald, maar de bevestiging was niet al te stevig. Uit ervaring
kan ik vertellen dat buffers op een modelbaan van belang zijn, want ongelukken
dienen zich daar vaker voor dan in het grootbedrijf.
De buffer is met behulp
van een stuk styreen en secondenlijm opnieuw bevestigd en kan de dagelijkse gang
van zaken op mijn modeltrambaan goed overleven.
Over het gehele model lopen twee
sierstrips en deze kruisen op de voorzijde de koplamp. Eén van de strips zat
niet strak om wagenkast heen en moest met behulp van plamuur en veel vijlen in
de juiste vorm worden gemodelleerd. In het echt heeft de 600 serie nog een derde
sierstrip onder de ramen lopen. Deze is op het model niet in reliëf aangebracht,
maar dit spuit ik er zelf op.
De zijkant
Doordat SKIPtram in de
raamopeningen al spijlen had aangebracht zag dit er al goed uit. Echter
was er in deur niets te vinden en deze heb ik er zelf bijgemaakt. Rondom de
deuren loopt er een lijst op het model, maar dit is niet bij de Rotterdamse versie van toepassing. Met een vijl en veel geduld zijn deze lijsten van gehele
model afgevijld om een gladde overgang te creëren. Verder zijn er onderaan de
deuren opstaptredens gemaakt die iets uitsteken zoals in het echt.
Onder het eerste en laatste raam
op het model horen twee roosters te zitten. Deze ontbraken op het model en zijn
zelf aangebracht. Tevens is er ook een deurknop bij de voordeur
bijgekomen.
De achterkant
Tja, dit is één van de
concessies die men heeft moeten maken, want het Weense oermodel is van een hele
andere opzet. Doordat er in Wenen drie achterdeuren aanwezig zijn, is er een
kleiner achterraam geplaatst. Dit is op het model ongewijzigd gebleven, maar het
aanpassen hiervan zou te veel voeten in aarde hebben. Door het toevoegen van een
extra raamspijl is het Rotterdamse aangezicht in mijn ogen goed benaderd.
Ook kenmerkend voor de
achterzijde, zijn de zeer groot uitgevallen achterlichten. Op het SKIPtram model
zijn de Weense lampen behouden en deze zijn juist erg aan de kleine kant. Met
styreenstripjes en veel gevijl, heb ik twee nieuwe achterlichtunits gemaakt. Dit
geeft het model een totaal nieuw aangezicht, wat het goed vergelijkbaar is met
het grote voorbeeld.
Het dak
Hier
is het meeste werk ingegaan, want de maker heeft naar mijn mening hierop niet
goed zijn best gedaan. Het simpelweg aanbrengen van reclameborden en het
omdraaien van de weerstandskasten geeft geen garantie op een gelijkend model. De
Weense Düwags hebben altijd al een sterk afwijkende dakindeling gehad en dat
doet het Rotterdamse model niet goed.
Na veel moed te hebben verzameld
heb ik de zaag in het dak gezet en alles verwijderd wat er maar op te vinden
was. Een compleet nieuwe opbouw zat eraan te komen.
Allereerst
beginnen de dakweerstanden pas na de voordeur en de voorzijde dient dus kaal te
zijn. Vijlen en nog eens vijlen was het gevolg. De dakweerstandkasten zijn
gemaakt van Roco exemplaren waarbij de verticale randen gedeeltelijk zijn
verwijderd. Het resultaat zijn vier brede kasten. Daaromheen zijn nieuwe
loopplanken aangebracht die met verticale verstevigingen worden ondersteund. Het
achtergedeelte bij de pantograaf bestaat geheel uit evenwijdig aan elkaar
liggende planken. Het plateautje waar de pantograaf op zou komen de staan is
verwijderd, want dit bestaat in het echt niet. De pantograaf zal direct op het
dak worden geschroefd. Boven de instapdeuren
is een nieuwe antenne aangebracht afkomstig van een Lima M6. Tevens een
nieuw klein kastje gemaakt waaruit het touw naar de pantograaf komt. Het
touw is nagebootst met 0,3 mm. dik fosforbronsdraad.
De reclameborden
aan de dakrand zijn in het echt niet hoger dan de lijnfilmkast, maar op
het model bleek dat niet het geval. Op het dak van de A-bak heb ik geheel
nieuwe borden gemaakt en op de B-bak de bestaande met een paar millimeter
verlaagd. Helaas heeft de fabrikant deze borden erg scheef gemonteerd,
maar ik probeer dat de verbergen door de reclame recht eroverheen te plakken.
Het dak van
de B-bak was eigelijk een lachtertje, want deze was volledig kaal gehouden
(op het reclamebord na). Bestuderen van de foto's liet zien dat juist dit
dak behoorlijk is volgebouwd. Om te beginnen heb ik 2 nieuwe dakluiken
gemaakt, waarvan het Rocomodel als voorbeeld heeft gediend. Langs deze
dakluiken loopt een nieuwe loopplank geëtst uit messing (zoals bij de PCC
modellen). Met verticale staanders word deze op zijn plaats gehouden. Tussen
de dakluiken in, zitten een soort ventilatiekastjes in de vorm van een
langwerpige pil. Zulke onderdelen bestaan in plastic niet en zijn met de
hand gevijld. Een behoorlijk frustrerend werkje, want ze moesten alle zes
gelijk zijn.
Het interieur
Bij
de set is het interieur meegeleverd, maar was in mijn ogen onbruikbaar.
De banken hadden weliswaar de juiste indeling maar de schaal klopte niet.
Een poppetje zou met veel gewurm zich in een stoeltje moeten wringen en
dat lijkt mij niet realistisch. Met L profielen heb ik nieuwe banken gemaakt
en deze op een los liggende plaat gelijmd. Hierdoor zijn de motor en de
assen goed bereikbaar bij onderhoudswerkzaamheden.
De banken zijn
in een donkerrode kleur geschilderd en de vloer matzwart. Volgens de vele
foto's die ik bestudeerd heb moet dit de juiste kleurstelling zijn.
De bestuurdersplek
is mee geleverd, maar niet helemaal compleet. In het echt zit de bestuurder
in een voor een deel afgesloten cabine waaruit hij de kaartverkoop doet.
Met styreen
heb ik de achterliggende apparaatkasten gemaakt en de afscherming tussen
de instappende reizigers en de bestuurdersplek. Verder moet de bestuurdersplek
verhoogd worden met enkele plaatjes styreen, want het instrumentenpaneel
moet op gelijke hoogte zijn met de voorruit.
De aandrijving
De aandrijving
is gedeeltelijk gemaakt van een
Halling
E1 onderstel. Dit onderstel is goedkoop
in aanschaf en men krijgt daarvoor zelfs 2 motoren en 2 aangedreven draaistellen.
Nu is dit een tikje overdreven voor dit type model, waardoor ik alleen
de A-bak heb gebruikt voor de motorisering. De aangedreven B-bak is gereserveerd
voor een Weense C1 die zich ook in mijn verzameling bevind.
De Halling
bodemplaat kon direct aan de kap worden geklikt, maar dat ging niet op
voor de B-bak. Het oorspronkelijke Weense model is langer door zijn extra
achterdeuren en dat betekende een aanpassing van het onderstel. Ik heb
gebruikt gemaakt van een bodemplaat van een Weense c3 bijwagen die drie
maal is doorgezaagd (één keer teveel door een fout aan mijn
kant) Opnieuw aan elkaar geplakt heeft het een kortere wagenbak tot resultaat.
De bevestiging van de bodemplaat gaat via een draaischijf aan de geleding
zoals bij de Weense modellen. De kap heeft extra nokjes gekregen om zich
goed aan de bodemplaat te klemmen.
Om het model
goed te laten rijden is een behoorlijke stroomafname vereist. Bij
GM&S
heb ik fosforbronsdraad gekocht met een diameter van 0.3mm. Deze heb ik
op koperen stripjes gesoldeerd die op hun beurt weer aan de draaistellen
zijn vastgelijmd. Licht verend zit de draad tegen de wielen aan en de stroomafname
is perfect. Naar mijn mening beter als de reguliere fabrieksmodellen.
Het
aangedreven draaistel heeft uit kostenoverweging door Halling de moderne
Keulse K5000 draaistelzijkanten. Deze heb ik eraf gesneden en Düwag
exemplaren in de plaats voor ongelijmd. Het resultaat ziet er goed uit.
De aandrijving
beschikt helaas niet over antislipbanden en dat is voor de harde praktijk
wel noodzakelijk. Gelukkig komt de asdiameter overeen met die van Roco
en was het verwisselen van één wiel met een slipband snel
gedaan. Verder is het model verzwaard met daklood op strategische plekken.
In totaal is het model 175 gram en dat is niet slecht voor een gietharskap
en een plastic bodemplaat. De draaistellen zijn namelijk hol van binnen
en dat is een uitstekende verstop plek. Dit resulteert ook in een laag
zwaartepunt wat weer goed is voor de rijeigenschappen. Enkele testritten
hebben uitgewezen dat het model perfect kan kruipen en beter rijd dan zelfs
de nieuwe Roco modellen. Op de foto is te zien dat over het daklood witte
styreenplaten zijn gelijmd. De verzwaring is van buiten af niet zichtbaar.
Kleuren
en opschriften
Aangezien
de kleuren die in het grootbedrijf op deze trams werden gebruikt geen RAL
kleuren betroffen, moest alles zelf worden uitgezocht. Met name de okergele
kleur was moeilijk, want alle foto's die ik van het origineel had, toonde iets
anders aan. Op basis van mijn persoonlijke voorkeur heb ik een kleur
gemengd vanuit Humbrol verf, maar deze was na het opdrogen veel te bruin. Van
een tramvriend heb ik een potje originele RET okergeel gekregen, maar deze was
ook in mijn ogen weer iets te bruin voor op een model. Ook de verf was erg
stroperig en pogingen om het te verdunnen met thinner, wasbenzine, terpentine en
water mislukte. Heel jammer, maar het geluk kwam uit een andere hoek. THS heeft
in het verleden de RET kleuren
gemengd en uitgebracht onder het nummer 38. Het betreft verf dat met wasbenzine
verdunt moet worden (althans dat zegt de beschrijving). Niet doen dus!! De verf
werd onmiddellijk hard en de airbrush verstopte al bij de eerste verfspat. Na
het openen van de verfbeker, was de verf geheel opgedroogd en dat was pas 10
minuten na het mengen met wasbenzine. Driekwart van mijn verf was dus
onbruikbaar en het restje heb ik gebruikt om met thinner te verdunnen en dat
ging gelukkig goed. Wel heb ik een tipje groen aan toegevoegd, want anders zou
het weer iets te bruin worden.
Het grijs/groen
bij de ramen is Humbrol 91 en het dak is Revell 45. Het is veel afplakwerk,
maar als je het secuur doet is het resultaat schitterend. Die sierstrips
zijn zilver geverfd en de dikke deurrubbers matzwart. De fijne rubbers
zijn transfers van Microscale en zijn zeer gemakkelijk op te brengen. Het
resultaat is daardoor zeer strak te noemen.
De logo's,
wagennummers en stempelautomaat opschriften waren bij de bouwset meegeleverd
en voor overige opschriften moet zelf gezorgd worden. Dit betreft de dakreclame,
lijnnummers en bestemmingsfilm. Deze twee laatste zijn wel meegeleverd,
maar slechts als computerprintje op wit papier en daardoor niet bruikbaar.
Uit een opschriftenset voor Amsterdamse trams heb ik de lijnnummer 6 gebruikt
en de neutrale bestemming Centraal Station. Inmiddels is het Stationsplein
geworden, want de eerste transfer liet achteraf los en scheurde in kleine
stukjes.
De "Miele"
dakreclame is van eigen fabrikaat en is zelf getekend op de computer en
op schaal uitgeprint. Ik heb hiervoor een klein fotoprintertje die hier
perfect geschikt voor is.
Toen alle kleuren
en opschriften op het model zaten, is het geheel in de zijdeglans vernis
gezet uit een spuitbus. Het resultaat is zeer mooi geworden en je herkend
het model niet meer terug. Na het drogen is een roco vooruit op maat gevijld
en in het model geplaatst en de overige ruiten zijn uit doorzichtig plastic.
Ze zijn glashelder en op de foto's nauwelijks zichtbaar.
Conclusie
SKIPtram heeft
een goede poging ondernomen om een Rotterdams model te maken, maar heeft
wel in mijn ogen enkele steken laten vallen. Met name de correctheid van
de aangebrachte details is tegenvallend en ook is het dakpartij niet correct
weergegeven. Op de meeste modelbanen kijk je op de modellen neer, dus dakdetails
zijn belangrijk.
Maar als je
niet terugschrikt van een verbouwing is dit een leuk model om te bouwen
en zal het zeker een aanwinst zijn voor de Nederlandse verzameling.
Inmiddels heb
ik een 2e bouwpakket verworven en daar zal in de toekomst weer wat aparts
van worden gemaakt. Ook een 1600 in nieuwe kleurstelling staat bij mij
nog op het lijstje.
Links:
SKIPtram
Halling
(aandrijving)
|