>  De site
- Home  
- E-mail 
- Gastenboek 
- Links  
- Logboek 
- Copyright 
>  Modelbaan
- Baanplan met uitleg   
- Foto's van de baan 
-
Dagboek van de bouw 
-
Bouw ervaringen
- Technisch gedeelte
>  Modeltrams
- Mijn verzameling   
- Verbouwde trams
- Trams van Alfred Riess
>  Projecten
- U-bahn   
- Diorama Landstraße
- Lima aandrijving 
>  Verslagen
- Trams in Zwitserland 
- Modelspoor Dagen '04 
-
HMG tramdag '04 
- Opening tramtunnel
- Eurospoor 2008

>  Overig

- Beursagenda  
- Videofragmenten
- Vraag en aanbod  
-
Wie is Mark

|  Verbouwing RET 600 van SKIPtram  |


 

Een tijd geleden heb ik een bouwset van een RET 600 van een goede vriend overgenomen. Zo recht uit de doos zag het er erg veeleisend uit en daardoor heb ik de bouw een tijdje uitgesteld. Zo'n 2 maanden terug heb ik mij volledig op het bouwen gestort waarvan ik hier het voorlopige eindresultaat wil laten zien. 


De bouwset 

De set is afkomstig van SKIPtram. Hier maakt men op basis van de bekende Weense souvenirmodellen Rotterdamse uitvoeringen van de Düwag/Werkspoor 250/350 en 600 serie. De Weense modellen krijgen hiervoor een nieuwe raam en deurindeling en typische details wat de Rotterdammers zo kenmerkend maken. Waarschijnlijk is vanuit kosten of productieoverweging afgezien van een 100% gelijkend model en daar lag voor mij de grote uitdaging. Doordat het model gefabriceerd is uit giethars, is het aanpassen relatief gemakkelijk. 

Na het raadplegen van de nodige tramliteratuur en de vele fotopagina's die het internet rijk is, heb ik een goede indruk gekregen van wat er allemaal nog aan het model veranderd moest worden. Naast deze toevoegingen moesten ook enkele productiefouten uit het model worden gehaald die kennelijk bij het gieten en het maken van de mal zijn misgegaan. Voorbeelden hiervan zijn de scheve lijnfilmkasten, gebroken raamstijlen en enkele luchtbellen die de kap rijk was. 
 

 


De voorkant 

Wat opvallend is vergeleken met de Duitse Düwag trams zijn de stootbuffers. Bij de Rotterdamse 600 serie is gekozen voor een grote oversizede stootbuffer die het model een karakastiek aanzicht geven. In model is deze buffer goed vertaald, maar de bevestiging was niet al te stevig. Uit ervaring kan ik vertellen dat buffers op een modelbaan van belang zijn, want ongelukken dienen zich daar vaker voor dan in het grootbedrijf.  
De buffer is met behulp van een stuk styreen en secondenlijm opnieuw bevestigd en kan de dagelijkse gang van zaken op mijn modeltrambaan goed overleven. 

Over het gehele model lopen twee sierstrips en deze kruisen op de voorzijde de koplamp. Eén van de strips zat niet strak om wagenkast heen en moest met behulp van plamuur en veel vijlen in de juiste vorm worden gemodelleerd. In het echt heeft de 600 serie nog een derde sierstrip onder de ramen lopen. Deze is op het model niet in reliëf aangebracht, maar dit spuit ik er zelf op. 
 


De zijkant 

Doordat SKIPtram in de raamopeningen al spijlen had aangebracht zag dit er al goed uit. Echter was er in deur niets te vinden en deze heb ik er zelf bijgemaakt. Rondom de deuren loopt er een lijst op het model, maar dit is niet bij de Rotterdamse versie van toepassing. Met een vijl en veel geduld zijn deze lijsten van gehele model afgevijld om een gladde overgang te creëren. Verder zijn er onderaan de deuren opstaptredens gemaakt die iets uitsteken zoals in het echt. 

Onder het eerste en laatste raam op het model horen twee roosters te zitten. Deze ontbraken op het model en zijn zelf aangebracht. Tevens is er ook een  deurknop bij de voordeur bijgekomen.
 


De achterkant 

Tja, dit is één van de concessies die men heeft moeten maken, want het Weense oermodel is van een hele andere opzet. Doordat er in Wenen drie achterdeuren aanwezig zijn, is er een kleiner achterraam geplaatst. Dit is op het model ongewijzigd gebleven, maar het aanpassen hiervan zou te veel voeten in aarde hebben. Door het toevoegen van een extra raamspijl is het Rotterdamse aangezicht in mijn ogen goed benaderd. 

Ook kenmerkend voor de achterzijde, zijn de zeer groot uitgevallen achterlichten. Op het SKIPtram model zijn de Weense lampen behouden en deze zijn juist erg aan de kleine kant. Met styreenstripjes en veel gevijl, heb ik twee nieuwe achterlichtunits gemaakt. Dit geeft het model een totaal nieuw aangezicht, wat het goed vergelijkbaar is met het grote voorbeeld. 


Het dak 

Hier is het meeste werk ingegaan, want de maker heeft naar mijn mening hierop niet goed zijn best gedaan. Het simpelweg aanbrengen van reclameborden en het omdraaien van de weerstandskasten geeft geen garantie op een gelijkend model. De Weense Düwags hebben altijd al een sterk afwijkende dakindeling gehad en dat doet het Rotterdamse model niet goed.  

Na veel moed te hebben verzameld heb ik de zaag in het dak gezet en alles verwijderd wat er maar op te vinden was. Een compleet nieuwe opbouw zat eraan te komen. 
Allereerst beginnen de dakweerstanden pas na de voordeur en de voorzijde dient dus kaal te zijn. Vijlen en nog eens vijlen was het gevolg. De dakweerstandkasten zijn gemaakt van Roco exemplaren waarbij de verticale randen gedeeltelijk zijn verwijderd. Het resultaat zijn vier brede kasten. Daaromheen zijn nieuwe loopplanken aangebracht die met verticale verstevigingen worden ondersteund. Het achtergedeelte bij de pantograaf bestaat geheel uit evenwijdig aan elkaar liggende planken. Het plateautje waar de pantograaf op zou komen de staan is verwijderd, want dit bestaat in het echt niet. De pantograaf zal direct op het dak worden geschroefd.

Boven de instapdeuren is een nieuwe antenne aangebracht afkomstig van een Lima M6. Tevens een nieuw klein kastje gemaakt waaruit het touw naar de pantograaf komt. Het touw is nagebootst met 0,3 mm. dik fosforbronsdraad. 

De reclameborden aan de dakrand zijn in het echt niet hoger dan de lijnfilmkast, maar op het model bleek dat niet het geval. Op het dak van de A-bak heb ik geheel nieuwe borden gemaakt en op de B-bak de bestaande met een paar millimeter verlaagd. Helaas heeft de fabrikant deze borden erg scheef gemonteerd, maar ik probeer dat de verbergen door de reclame recht eroverheen te plakken. 

Het dak van de B-bak was eigelijk een lachtertje, want deze was volledig kaal gehouden (op het reclamebord na). Bestuderen van de foto's liet zien dat juist dit dak behoorlijk is volgebouwd. Om te beginnen heb ik 2 nieuwe dakluiken gemaakt, waarvan het Rocomodel als voorbeeld heeft gediend. Langs deze dakluiken loopt een nieuwe loopplank geëtst uit messing (zoals bij de PCC modellen). Met verticale staanders word deze op zijn plaats gehouden. Tussen de dakluiken in, zitten een soort ventilatiekastjes in de vorm van een langwerpige pil. Zulke onderdelen bestaan in plastic niet en zijn met de hand gevijld. Een behoorlijk frustrerend werkje, want ze moesten alle zes gelijk zijn. 
 


Het interieur 

Bij de set is het interieur meegeleverd, maar was in mijn ogen onbruikbaar. De banken hadden weliswaar de juiste indeling maar de schaal klopte niet. Een poppetje zou met veel gewurm zich in een stoeltje moeten wringen en dat lijkt mij niet realistisch. Met L profielen heb ik nieuwe banken gemaakt en deze op een los liggende plaat gelijmd. Hierdoor zijn de motor en de assen goed bereikbaar bij onderhoudswerkzaamheden. 

De banken zijn in een donkerrode kleur geschilderd en de vloer matzwart. Volgens de vele foto's die ik bestudeerd heb moet dit de juiste kleurstelling zijn. 

De bestuurdersplek is mee geleverd, maar niet helemaal compleet. In het echt zit de bestuurder in een voor een deel afgesloten cabine waaruit hij de kaartverkoop doet.  
Met styreen heb ik de achterliggende apparaatkasten gemaakt en de afscherming tussen de instappende reizigers en de bestuurdersplek. Verder moet de bestuurdersplek verhoogd worden met enkele plaatjes styreen, want het instrumentenpaneel moet op gelijke hoogte zijn met de voorruit. 

   


De aandrijving 

De aandrijving is gedeeltelijk gemaakt van een Halling E1 onderstel. Dit onderstel is goedkoop in aanschaf en men krijgt daarvoor zelfs 2 motoren en 2 aangedreven draaistellen. Nu is dit een tikje overdreven voor dit type model, waardoor ik alleen de A-bak heb gebruikt voor de motorisering. De aangedreven B-bak is gereserveerd voor een Weense C1 die zich ook in mijn verzameling bevind. 

De Halling bodemplaat kon direct aan de kap worden geklikt, maar dat ging niet op voor de B-bak. Het oorspronkelijke Weense model is langer door zijn extra achterdeuren en dat betekende een aanpassing van het onderstel. Ik heb gebruikt gemaakt van een bodemplaat van een Weense c3 bijwagen die drie maal is doorgezaagd (één keer teveel door een fout aan mijn kant) Opnieuw aan elkaar geplakt heeft het een kortere wagenbak tot resultaat. De bevestiging van de bodemplaat gaat via een draaischijf aan de geleding zoals bij de Weense modellen. De kap heeft extra nokjes gekregen om zich goed aan de bodemplaat te klemmen.  

Om het model goed te laten rijden is een behoorlijke stroomafname vereist. Bij GM&S heb ik fosforbronsdraad gekocht met een diameter van 0.3mm. Deze heb ik op koperen stripjes gesoldeerd die op hun beurt weer aan de draaistellen zijn vastgelijmd. Licht verend zit de draad tegen de wielen aan en de stroomafname is perfect. Naar mijn mening beter als de reguliere fabrieksmodellen. 

Het aangedreven draaistel heeft uit kostenoverweging door Halling de moderne Keulse K5000 draaistelzijkanten. Deze heb ik eraf gesneden en Düwag exemplaren in de plaats voor ongelijmd. Het resultaat ziet er goed uit.  

De aandrijving beschikt helaas niet over antislipbanden en dat is voor de harde praktijk wel noodzakelijk. Gelukkig komt de asdiameter overeen met die van Roco en was het verwisselen van één wiel met een slipband snel gedaan. Verder is het model verzwaard met daklood op strategische plekken. In totaal is het model 175 gram en dat is niet slecht voor een gietharskap en een plastic bodemplaat. De draaistellen zijn namelijk hol van binnen en dat is een uitstekende verstop plek. Dit resulteert ook in een laag zwaartepunt wat weer goed is voor de rijeigenschappen. Enkele testritten hebben uitgewezen dat het model perfect kan kruipen en beter rijd dan zelfs de nieuwe Roco modellen. Op de foto is te zien dat over het daklood witte styreenplaten zijn gelijmd. De verzwaring is van buiten af niet zichtbaar. 
 


Kleuren en opschriften 

Aangezien de kleuren die in het grootbedrijf op deze trams werden gebruikt geen RAL kleuren betroffen, moest alles zelf worden uitgezocht. Met name de okergele kleur was moeilijk, want alle foto's die ik van het origineel had, toonde iets anders aan. Op basis van mijn persoonlijke voorkeur heb ik een kleur gemengd vanuit Humbrol verf, maar deze was na het opdrogen veel te bruin. Van een tramvriend heb ik een potje originele RET okergeel gekregen, maar deze was ook in mijn ogen weer iets te bruin voor op een model. Ook de verf was erg stroperig en pogingen om het te verdunnen met thinner, wasbenzine, terpentine en water mislukte. Heel jammer, maar het geluk kwam uit een andere hoek. THS heeft in het verleden de RET kleuren gemengd en uitgebracht onder het nummer 38. Het betreft verf dat met wasbenzine verdunt moet worden (althans dat zegt de beschrijving). Niet doen dus!! De verf werd onmiddellijk hard en de airbrush verstopte al bij de eerste verfspat. Na het openen van de verfbeker, was de verf geheel opgedroogd en dat was pas 10 minuten na het mengen met wasbenzine. Driekwart van mijn verf was dus onbruikbaar en het restje heb ik gebruikt om met thinner te verdunnen en dat ging gelukkig goed. Wel heb ik een tipje groen aan toegevoegd, want anders zou het weer iets te bruin worden. 
 

Het grijs/groen bij de ramen is Humbrol 91 en het dak is Revell 45. Het is veel afplakwerk, maar als je het secuur doet is het resultaat schitterend. Die sierstrips zijn zilver geverfd en de dikke deurrubbers matzwart. De fijne rubbers zijn transfers van Microscale en zijn zeer gemakkelijk op te brengen. Het resultaat is daardoor zeer strak te noemen. 

De logo's, wagennummers en stempelautomaat opschriften waren bij de bouwset meegeleverd en voor overige opschriften moet zelf gezorgd worden. Dit betreft de dakreclame, lijnnummers en bestemmingsfilm. Deze twee laatste zijn wel meegeleverd, maar slechts als computerprintje op wit papier en daardoor niet bruikbaar. Uit een opschriftenset voor Amsterdamse trams heb ik de lijnnummer 6 gebruikt en de neutrale bestemming Centraal Station. Inmiddels is het Stationsplein geworden, want de eerste transfer liet achteraf los en scheurde in kleine stukjes.  

De "Miele" dakreclame is van eigen fabrikaat en is zelf getekend op de computer en op schaal uitgeprint. Ik heb hiervoor een klein fotoprintertje die hier perfect geschikt voor is.  

Toen alle kleuren en opschriften op het model zaten, is het geheel in de zijdeglans vernis gezet uit een spuitbus. Het resultaat is zeer mooi geworden en je herkend het model niet meer terug. Na het drogen is een roco vooruit op maat gevijld en in het model geplaatst en de overige ruiten zijn uit doorzichtig plastic. Ze zijn glashelder en op de foto's nauwelijks zichtbaar. 
 


Conclusie 

SKIPtram heeft een goede poging ondernomen om een Rotterdams model te maken, maar heeft wel in mijn ogen enkele steken laten vallen. Met name de correctheid van de aangebrachte details is tegenvallend en ook is het dakpartij niet correct weergegeven. Op de meeste modelbanen kijk je op de modellen neer, dus dakdetails zijn belangrijk. 

Maar als je niet terugschrikt van een verbouwing is dit een leuk model om te bouwen en zal het zeker een aanwinst zijn voor de Nederlandse verzameling.  

Inmiddels heb ik een 2e bouwpakket verworven en daar zal in de toekomst weer wat aparts van worden gemaakt. Ook een 1600 in nieuwe kleurstelling staat bij mij nog op het lijstje. 
 

 

Links: SKIPtram 
           
Halling  (aandrijving)

 

- Terug naar boven 
-
Terug naar de startpagina